Ontwikkeling van Kamp Amersfoort

1939-1940: BARAKKENKAMP APPELWEG
Na de Eerste Wereldoorlog werd Europa gekenmerkt door sociale onrust. Door de spanningen rond nazi-Duitsland werd op 28 augustus 1939 de algemene mobilisatie van het Nederlandse leger afgeroepen. Nabij garnizoensstad Amersfoort verrezen verschillende legerplaatsen. Aan de zuidrand van Amersfoort, in het beboste grondgebied van de gemeente Leusden, werd een kamp met zes houten barakken ingericht om enkele honderden militairen te huisvesten die de Grebbelinie aanlegden en oefenden op de aangrenzende Leusderheide: het Barakkenkamp Appelweg.
1940: Overname door de nazi's
Na de Nederlandse capitulatie in mei 1940 werd het kamp een hersteloord voor Duitse soldaten na frontdienst en eind 1940 een gewone legerplaats. Het naastgelegen Kamp Amsvorde werd in 1941 het opleidingscentrum voor het SS-Wachkommando Nord-West, waar in Nederland woonachtige Duitsers en later Nederlandse SS-ers werden opgeleid tot de bewakingseenheden van vliegvelden en gevangenkampen zoals het aangrenzende Kamp Amersfoort.
Vanwege het toenemende aantal arrestanten dat verdacht werd van verzetsactiviteiten was de Sicherheitspolizei op zoek een centraler gelegen locatie dan Kamp Schoorl. De keuze viel op het Barakkenkamp Appelweg in Leusden. De bestaande zes barakken zouden dienen als verblijfplaats voor bewakers en de zes barakken van een ander militair kamp werden afgebroken en weer opgebouwd als het deel met gevangenenbarakken. Hiervoor werden circa 120 mannen ingezet als onderdeel van hun zes weken durende opleiding tot SS'er. Twintig van hen werden vervolgens door kampcommandant Walter Heinrich aangewezen als bewakers van Kamp Amersfoort. Op 18 augustus 1941 arriveerde de eerste groep van 195 gevangenen uit Kamp Schoorl in het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort.

1941-43: Polizeiliches Durchganglager Amersfoort
Bij aankomst in Kamp Amersfoort werden gevangenen al hun persoonlijke bezittingen afgenomen. Ze werden kaalgeschoren, kregen een gevangenennummer en moesten oude uniformen van het Nederlandse of Duitse leger aantrekken, aangevuld met houten klompen. De reden van hun opsluiting werd aangeduid met een gekleurde lap stof op hun kleding. Vanaf dat moment waren ze volledig overgeleverd aan het strenge regime van de SS-bewakers. Het kamp was opgedeeld in twee delen: een SS-gedeelte met slaapbarakken, kantoren, garages en magazijnen voor de bewakers, en het gevangenengedeelte, bereikbaar via een interne poort. Eind 1941 werd de beruchte ‘Rozentuin’ toegevoegd, een omheinde plek waar gevangenen uren- of dagenlang als straf moesten staan. Het stoffige centrale plein diende als appèlplaats, waar gevangenen vaak urenlang zinloze oefeningen moesten uitvoeren. Uit de brieven en memoires van gevangenen spreekt een diepe machteloze woede over de onmenselijke leefomstandigheden: de voortdurende honger, gebrekkige kleding en verwarming, strenge censuur op uitgaande post, gespannen sociale verhoudingen en onderling verraad.

Onder de gevangenen bevonden zich verzetsdeelnemers, communisten, gijzelaars, (vermeende) criminelen zoals zwarthandelaren, 271 Amerikaanse staatsburgers en 139 Jehovah’s getuigen. Vooral de circa 2.500 Joden en 100 Sovjet-krijgsgevangenen werden extreem wreed behandeld. De gevangenen werden verdeeld over verschillende werkploegen, de zogenaamde Kommandos, waarbij de meeste ploegen zwaar fysiek werk verrichtten. Zo werd de 320 meter lange schietbaan met de hand aangelegd en de vuilstortplaats verder uitgegraven. Kampcommandant Walter Heinrich, ogenschijnlijk een correcte man, was verantwoordelijk voor talloze wreedheden. Regelmatig braken besmettelijke ziekten zoals dysenterie uit in het kamp. In deze eerste fase van Kamp Amersfoort werden velen doorgestuurd naar andere concentratiekampen, waaronder Buchenwald, Mauthausen, Natzweiler, Neuengamme en Sachsenhausen. In maart 1943 werd het kamp tijdelijk gesloten voor uitbreiding met zeven extra barakken. Tot dat moment hebben ruim 8.500 mensen er gevangen gezeten.

1943-45: Erweitertes Polizeigefängnis Amersfoort
In mei 1943 heropende Kamp Amersfoort officieel als Erweitertes Polizeigefängnis Amersfoort. Tegelijkertijd voerden de nazi’s de verplichte dwangarbeid voor de Duitse oorlogsindustrie in, eerst geldend voor Nederlandse mannen tussen de 18 en 35 jaar: de Arbeitseinsatz. Het kamp vervulde hierbij een centrale rol als verzamel- en doorvoerkamp. Het massale negeren van oproepen leidde tot klopjachten op de ontduikers terwijl tienduizenden Nederlandse mannen werden opgepakt bij razzia’s. Velen belandden via Kamp Amersfoort in de Duitse oorlogsindustrie; medio 1944 is een apart hek geplaatst in het gevangenengedeelte om de stroom dwangarbeiders te kunnen reguleren. Op één dag is een aantal van 3.566 gevangenen genoteerd.

In totaal zijn vanuit Kamp Amersfoort ruim 800 transporten naar andere kampen georganiseerd. Op 11 oktober 1944 vond het grootste transport plaats, ruim 1.400 Nederlandse mannen naar Neuengamme. Onder hen bevonden zich 601 mannen uit Putten, opgepakt na een razzia als represaille voor een aanslag op Duitse officieren. Minder dan 50 van hen zouden uiteindelijk terugkeren. De chaotische en wrede ontruiming van Neuengamme leidde tot één van de grootste scheepsrampen ooit, met de Cap Arcona, waarbij tenminste 300 Nederlandse gevangenen omkwamen.
Gedurende deze twee jaren was Karl Berg de kampcommandant van Kamp Amersfoort. De niet minder beruchte Joseph Kotalla trad op als zijn plaatsvervanger en verwondde bij het nieuwjaarsappèl van 1945 honderd gevangenen ernstig.

19 april 1945: Overdracht aan het nederlandse rode kruis en bevrijding
Dankzij inspanningen van enkele gefortuneerde vrouwen en de vertegenwoordigster van het Rode Kruis, Loes van Overeem, lukte het langzaam om de voedselvoorziening en leefomstandigheden in Kamp Amersfoort te verbeteren. Op 30 juni 1944 arriveerden voor het eerst vrachtwagens met voedsel en medicijnen. De volharding van Van Overeem werd beloond en op 19 april 1945 kreeg zij het beheer over Kamp Amersfoort overgedragen. De nazibewakers vernietigden de administratie, vluchtten met medeneming van tientallen gijzelaars naar Den Haag en op 7 mei 1945 betrad een verkenningseenheid met twee Britse voertuigen van de 49e infanterie divisie het kamp.


MEI 1945 - september 1946: Repatrianten en collaborateurs
In het kader van de ontwapening van de Duitse troepen werd de Leusderheide een dumpplek. Direct na de bevrijding arriveerden in Kamp Amersfoort de eerste groepen Nederlandse repatrianten uit de Duitse oorlogsindustrie. Een ander gedeelte fungeerde als interneringskamp voor collaborateurs en heette in de volksmond ‘het Foute Kamp’. De mishandelingen van deze gevangenen verschilden weinig van die tijdens de oorlog. Op het buitenterrein werden 61 (massa)graven rond het kamp blootgelegd door rechercheurs en de gravendienst. Ruim dertig nazimisdadigers van Kamp Amersfoort werden berecht, waarvan kampcommandant Berg als enige is geëxecuteerd.
1946 - heden: van legerterrein naar herinneringsplek naar museum
Vanaf september 1946 gebruikte het Nederlandse leger het terrein als ‘Kamp Laan 1914’, later ‘de Boskamp’. In 1953 onthulde premier Willem Drees het monument ‘De Stenen Man’ van Frits Sieger. De meeste barakken werden in 1968 gesloopt. Met de aanleg van de A28 en later de komst van een politieschool, kantoren, een golfclub en een dierenasiel raakte het terrein verder versnipperd. Voormalige gevangenen en nabestaanden pleitten voor behoud van de plek. In 2000 besloot de Tweede Kamer tot financiering van een herinneringscentrum, geopend in 2004. Het Ministerie van VWS richtte zich op educatie en behoud van historische locaties. In 2020 waren er in Nederland 115 oorlogsmusea, 2.500 herdenkingen en 4.200 oorlogsmonumenten. Op 5 juni 2021 openden premier Mark Rutte en oud-gevangene Arie van Houwelingen het ondergrondse museum van Nationaal Monument Kamp Amersfoort, waar de geschiedenis van deze plek verteld wordt.
Voortdurend onderzoek
Dankzij onderzoek in archieven en getuigenissen zijn inmiddels van ruim 36.000 (van de in totaal 47.000) gevangenen de persoonsgegevens bekend. In Kamp Amersfoort zijn 662 mensen omgekomen, waarvan 388 door executie. Nog steeds worden 17 mensen vermist. Minstens 397 gevangenen wisten te ontsnappen.


Blog

- Bekijk de collectie